Pesten. Het is de laatste tijd weer veel in het nieuws. Maar dat betekent niet dat er nu meer gepest wordt dan twintig jaar geleden. In januari bracht socioloog David Finkelhor zijn rapport over pesten naar buiten. Zijn rapport is een verzameling van allerlei internationale onderzoeken en enquêtes. Het meest opvallende? Al vanaf 1994 neemt pesten af!
Sinds 1992 is pesten met 74% afgenomen. Daarnaast is ook het aantal diefstallen en vechtpartijen op school flink verminderd.
Internationale cijfers
Alle internationale onderzoeken (met uitzondering van Noorwegen) laten een zelfde soort daling zien. De inzet van scholen is daarbij van groot belang geweest. Hoewel het in de media lijkt alsof er op scholen niets gedaan wordt om het pesten tegen te gaan. Maar de antipestprogramma’s hebben wel degelijk effect. Volgens het rapport van Finkelhor heeft het internet ook effect gehad op de daling. Jongeren die gepest worden, kunnen op internet sneller om hulp vragen en naar oplossingen zoeken. Tegelijkertijd zorgt het ook voor een nieuwe trend: cyberpesten.
Cyberpesten
Het rapport laat wél een stijging zien als het om cyberpesten gaat. Maar dit betekent niet dat offline pesten zich verplaatst naar online. Begin jaren 90 waren er nog geen sociale netwerken en bestond cyberpesten nog niet. Logisch dat er daarom een stijgende lijn te zien is. Sinds 2000 wordt cyberpesten meegenomen in de onderzoeken. In 2000 zegt 6% van de respondenten hiermee te maken te hebben gehad. In 2010 was dit al 11%.
Werk aan de winkel
Het rapport laat ons dus op zich goed nieuws zien. Maar dat betekent niet dat we nu achterover kunnen leunen. Hoewel de daling van 74% natuurlijk goed nieuws is, zegt 1 op de 10 leerlingen wel eens bij een vechtpartij op school betrokken te zijn geweest. De trend die de afgelopen jaren is ingezet, hoeft niet automatisch te betekenen dat het aantal pestgevallen ook de komende jaren blijft afnemen. Daarom is het juist nu belangrijk om door te gaan met de antipestprogramma’s zodat verschrikkelijke situaties, zoals afgelopen jaar met Tim Ribberink, niet meer voorkomen.
