Het overkomt me wel eens dat ik te snel een conclusie trek. En dat ik vervolgens een van m’n dochters of een van m’n collega’s (ten onrechte) op hun kop zit. Daarom is één van mijn uitdagingen voor 2014: luisteren, vragen stellen en niet te snel met m’n mening op de proppen komen. Niet te snel denken dat ik de waarheid in pacht heb.
Welke bel ging rinkelen toen ik nadacht over ‘vragen stellen’: juist ja, Socrates natuurlijk! De filosoof van de socratische methode 🙂
Socrates leefde ruim 400 jaar voor Christus, kon zelf niet schrijven en is onder andere bekend geworden door de ‘Dialogen’ die zijn leerling Plato over hem schreef. Socrates zei over zichzelf dat hij niets wist en in gesprekken met anderen probeerde hij de ware kennis te vinden. In het toenmalige Athene was hij een bekend figuur die veel politici in het openbaar (en tot plezier van luisteraars) door het stellen van vragen het vuur aan de schenen legde als ze beweerden de waarheid te verkondigen.
De waarheid achterhalen
In zijn dialogen ‘volgt’ Socrates in eerste instantie de uitspraken van zijn gesprekspartners. Op basis van het stellen van vragen probeert hij die vervolgens te toetsen: is het echt waar? Op die manier weet hij door te dringen tot de werkelijke kern van de uitspraak. Dan gaat het niet meer over de kennis ‘van buiten’ (bijvoorbeeld ‘kennis uit boeken’), maar over kennis ‘van binnen’, de innerlijke kennis. Echte kennis kun je je herinneren, die heb je ver’her-innerlijkt’. Socrates was vooral op zoek naar die innerlijke ‘echte’ kennis. De uitspraak ‘Ken u zelf’ is op Socrates’ lijf geschreven.
De Socratische methode in een notendop
1. Stel vast wat de uitspraak is, wat wordt als ‘waar’ aangenomen?
2. Stel vragen, ga op zoek naar omstandigheden waarin de uitspraak niet klopt.
3. Heb je een omstandigheid gevonden waarin de uitspraak niet klopt? Pas de uitspraak aan, want de eerste aanname blijkt immers niet te kloppen.
4. Stel, naar aanleiding van de aangepaste uitspraak, wederom vragen en ga op zoek naar omstandigheden waarin de aangepaste uitspraak niet blijkt te kloppen.
5. Dit proces stopt als er geen omstandigheid meer is waarin een uitspraak niet klopt. De uitspraak is dan ‘waar’.
Het kost tijd en het zal lastig zijn om nieuwe vragen te blijven stellen, maar toch: m’n voornemen staat!
Wat ga ik er van leren? En: welke vragen kun jij bedenken om de onwaarheid van jouw uitspraken aan te tonen?