“Mevrouw! Dat hebben we nog nooit gehad!” Klinkt dit je bekend in de horen? Mij in ieder geval wel! Tijdens de Franse lessen die ik gaf kon ik er niet zo maar vanuit gaan dat iedereen wist wat een hulpwerkwoord was. Maar dat hadden ze toch al lang bij Nederlands gehad? Klopt, maar dat wil niet zeggen dat leerlingen automatisch de link leggen naar de vakken Engels, Duits en Frans. Oftewel: de transfer vindt niet automatisch plaats.
Het is een bekend fenomeen op de meeste scholen: een vaardigheid als samenvatten wordt in de mentorles aangeleerd, maar op het moment dat de leerling het moet toepassen bij een ander vak, lijkt het geleerde compleet vergeten. De wens en de wil om het geleerde op te pakken in de vaklessen is aanwezig, maar hoe pak je dit aan? In deze blog een aantal ‘transfertips’ om een brug te slaan tussen de mentorles en de vakles.
1. Maak een planning en deel deze
Een planning is eigenlijk de eerste stap om de transfer te gaan organiseren. Met een planning maak je inzichtelijk wanneer welke vaardigheden behandeld worden. De planning deel je vervolgens met de vakdocenten zodat zij weten wanneer de vaardigheden behandeld zijn. Op het moment dat een vaardigheid in de mentorles aangeleerd is, weet de vakdocent dat hij kan terugkomen op de vaardigheid in zijn les. Denk bijvoorbeeld aan aantekeningen maken. Zodra dit is behandeld in de mentorles, kan de vakdocent hier de vruchten van plukken. Mits er expliciet verwezen wordt naar de mentorles waarin dit aangeleerd is.
–> Wil je weten hoe je precies zo’n jaarplanning voor vaardighedenonderwijs kunt maken? Bekijk de blog die ik hier eerder over schreef.
Tip 1: Plan de vaardigheden in op momenten dat leerlingen ze nodig hebben. Is er een toetsweek in het vooruitzicht? Begin een paar weken van tevoren met leerlingen te werken aan het maken van een toetsplanning. Of behandel leerstrategieën zoals woordjes leren en samenvatten.
Tip 2: Deel de planning niet alleen met de docenten van het leerjaar, maar ook met die van het leerjaar erboven: zo weten zij ook wat de voorkennis van de leerlingen is op het gebied van vaardigheden.
2. Maak een keuze voor één of twee vaardigheden
Begin klein. Zo blijft het behapbaar en leuk. En de kans op succes is het grootst. Maak met alle docenten, zowel mentoren als vakdocenten, een keuze voor 1 of 2 vaardigheden waarvan jullie het in dat leerjaar belangrijk vinden dat ze extra goed beklijven bij leerlingen. Vaak zullen dit vaardigheden als plannen, tekstbegrip en woordjes leren zijn. Spreek vervolgens voor die vaardigheden het volgende af:
1) wanneer ze in de mentorles behandeld worden;
2) hoe ze daarna in de vakles opgepakt worden.
3. Gebruik een middel zoals de studiekaarten/stappenplannen om de transfer te bevorderen
Herkenbaarheid is belangrijk voor leerlingen. Als ze het herkennen zullen ze zich het namelijk herinneren. Een hulpmiddel om de transfer van de mentorles naar de vakles te faciliteren is daarom handig om te hebben. Je kunt hiervoor de studiekaarten of stappenplannen van Tumult gebruiken: hierin wordt in algemene bewoordingen stap-voor-stap uitgelegd hoe je de vaardigheid uitvoert: in elke les te gebruiken dus. Willen jullie het net even anders aanpakken? Maak er gerust je eigen stappenplan van! Een voorbeeld van een Tumult stappenplan zie je hieronder:
4. Maak de vaardigheden zichtbaar in school
Ok, je hebt nu je transfermiddel in handen: of dit nou een studiekaart van Tumult is of jullie eigen stappenplan. De volgende stap is dat leerlingen het ook daadwerkelijk gaan gebruiken. Ze moeten de stappenplannen regelmatig tegenkomen en zien. Een paar ideeën:
- Print de stappenplannen uit en plastificeer ze. Leg ze in elk lokaal waar de leerlingen ze nodig kunnen hebben.
- Print de stappenplannen op posterformaat uit en hang ze in de lokalen waar de leerlingen les hebben. Wijs er regelmatig op.
- Plaats de stappenplannen in de ELO, zodat leerlingen (en docenten!) ze op elk moment makkelijk terug kunnen vinden en gebruiken.
- Print wat kleiner uit en laat leerlingen de stappenplannen in hun agenda plakken.
- Leg een map met alle studiekaarten in de docentenkamer en/of in alle lokalen.
- Spreek vakdocenten aan op inzet en gebruik van de studiekaarten.
- Zet studiekaarten in bij projectweken en andere overstijgende activiteiten.
5. Maak er een vast agendapunt van op de teamvergadering
Bespreek regelmatig de voortgang met het team. Makkelijkst is om de vaardigheden als vast punt op de agenda te zetten. Bespreek met elkaar hoe je het aanpakt in de les, deel lesideeën, bespreek waar je tegenaan loopt en wensen die er leven. Zo zorg je er samen voor dat de vaardigheden steeds verder verankerd worden in de school. En als het leeft bij de docenten, zullen leerlingen dat ook merken: als een vaardigheid in elke les terugkomt, ah! Dan is het blijkbaar belangrijk!
6. Betrek ouders en zorg dat de vaardigheid ook thuis wordt toegepast
Transfer tot de macht drie mag je het wel noemen, maar onderschat de rol van de ouders hierin niet. Naast de mentorles en de vakles, is het belangrijk dat leerlingen ook thuis de vaardigheden toepassen. Een planning maak je toch meestal thuis, je woordjes leer je ook meestal daar, en ga zo maar door. Thuis zijn ouders/opvoeders, broers, zussen, tantes en buren aanwezig die de leerling mogelijk kunnen helpen deze vaardigheden toe te passen. Zij doen het misschien weer net even anders maar dat is niet erg want: de leerling leert zo weer andere strategieën. Bovendien kunnen de school en het thuisfront op deze manier samenwerken.
Voor ouders hebben we ook studiekaarten waarin stap-voor-stap uitgelegd wordt hoe je je kind kunt helpen bij plannen, huiswerk maken en toetsen leren. Je vindt ze in de webshop (gratis) bij het kopje ‘ouders’.
Hoe pakken jullie dit aan op school? En heb je nog tips om de lijst mee aan te vullen? Laat het hieronder weten in een reactie, zo help je collega’s van andere scholen een handje!
Foto bovenin: Pixabay