De afgelopen jaren is er veel kritiek geuit op de eindexamens in het voortgezet onderwijs. Over een week wordt er traditioneel afgetrapt met hét examen dat het vaak flink moet ontgelden: het examen Nederlands. Maar je verbetert dit examen niet door alleen langs de zijlijn kritiek te uiten. Daarom wil ik alle docenten Nederlands oproepen mee te denken hoe we het examen Nederlands kunnen verbeteren. Ik vertegenwoordig namelijk een club actieve en enthousiaste groep docenten Nederlands, onder de noemer NederlandsNU!. Samen met Levende Talen (de beroepsvereniging voor taaldocenten in Nederland) hebben we het initiatief genomen, en zijn we op dit moment bezig om met allerlei betrokken partijen het examen Nederlands te verbeteren.
Ik vind dat we de examens in de allereerste plaats voor onze leerlingen moeten verbeteren. Zij verdienen een nog beter examen. De afgelopen jaren waren zij het slachtoffer van alle berichtgeving in de media. Op voorhand konden ze namelijk al in alle kranten lezen dat het examen niet deugde, en dan te bedenken dat ze er nog aan moesten beginnen. Het circus lijkt alweer te begonnen zijn met dit recente artikel uit de NRC. Toch heeft de schrijver mijn boodschap nu al begrepen: hij uit niet alleen maar kritiek, maar noemt ook oplossingen. Of je het daar nu mee eens bent of niet, dat maakt mij niet zo veel uit. Het biedt mogelijkheden tot inhoudelijke discussie en daar gaat het om!
Meer dan alleen leesvaardigheid
In de tweede plaats wil ik een beter examen dat representatiever is voor ons vak. Het Nederlands is namelijk zo mooi en veelzijdig en bestaat niet alléén uit leesvaardigheid. Natuurlijk begrijp ik dat er een onderdeel getoetst moet worden, maar moet dat op deze manier? Dagelijks laten docenten Nederlands in de Facebookgroep leraar Nederlands zien dat zij inhoudelijk sterke lessen verzorgen (en willen delen!). In die lessen gaan leerlingen, vaak op een creatieve manier, aan de slag met argumenteren, spreekvaardigheid, literatuur en schrijfvaardigheid. Aan ons zal het dus niet liggen. Wij willen dat het examen een afspiegeling wordt van ons mooie vak. De belangrijkste vraag is daarom: wat zou er moeten veranderen?
Op die vraag kan ik wel antwoord geven, maar ik vind het veel belangrijker te vragen hoe de grote groep docenten Nederlands tegen het huidige examen aankijkt. Daarom is er vorig jaar door NederlandsNU! een conferentie georganiseerd, waarbij we met meer dan zestig docenten Nederlands hebben gesproken over het examen. Tijdens die conferentie bleek dat de meerderheid het prima vindt dat het examen vooral bestaat uit leesvaardigheid, maar, nu komt het: ze willen dat het minder gewicht krijgt én dat er betere vragen bij de tekst gesteld worden. Daarbij moet je denken aan vragen over het kritisch beoordelen van een tekst, de retorische middelden die worden gebruikt en het verwoorden van een reactie op de tekst. En dat dat kan blijkt onder andere uit de examens die bijvoorbeeld in Engeland worden afgenomen. Daar krijgen leerlingen lees- én schrijftaken bij zowel zakelijke teksten als fictieteksten. Ze reflecteren hoe de taal en vorm van die teksten bijdraagt aan de betekenis en kracht van die teksten. En vervolgens schrijven ze zelf ook een tekst waarbij ze zelf een keuze mogen maken uit twee schrijftaken.
Geef je mening!
Terug naar ons eigen examen Nederlands. Het belangrijkste wat we voor elkaar willen krijgen is dat de weging van leesvaardigheid, zoals nu gemeten in het centraal examen, wordt teruggebracht. Natuurlijk is leesvaardigheid essentieel. Niemand ontkent dat. Maar de huidige centraal getoetste leesvaardigheid sluit te weinig aan op wat het vervolgonderwijs en de maatschappij van onze leerlingen vraagt. Het percentage reduceren betekent dat we meer ruimte overhouden voor andere vaardigheden. Wat we met die ruimte willen, zouden we opnieuw met elkaar moeten bepalen, afstemmend op de visie en doelen van het vak, het vervolgonderwijs en de samenleving.
Allemaal leuk en aardig, maar zijn de zestig docenten Nederlands die we gesproken hebben wel representatief? Om daarachter te komen willen we alle docenten Nederlands in Nederland uitnodigen om mee te denken over hoe een verbeterd examen eruit moet komen te zien. Daarom houden we van 18 april tot 15 mei een enquête waarin we peilen wat docenten Nederlands willen. Een oproep aan elke docent Nederlands in onder- en bovenbouw, in het vmbo, havo en vwo, om de enquête in te vullen en op die manier een signaal naar de politiek, College voor Toetsen en Examens (CvTE) en Cito af te geven. Met de laatste twee partijen denken we constructief samen na over hoe het examen beter kan. De enquête kun je hier vinden, maar ook via onze website: www.nlnu.nu, de Facebookgroep leraar Nederlands, neerlandsitiek.nl, de website van SLO, en andere sociale media.
Laten we dit jaar niet al op voorhand klagen over wat er allemaal mis is met het examen Nederlands. Maar laat dit jaar het begin zijn van een beter examen dat na 2019 (want tot dan liggen ze er al) onder onze leerlingen wordt afgenomen. Dus, beste docenten Nederlands: laat van je horen en vul de enquête in! Wij willen uiteindelijk dat we een examen Nederlands krijgen, dat een goede afspiegeling is van ons vak en waarmee we onze taalbewuste leerlingen met trots aan de maatschappij kunnen afleveren.