7 veelgehoorde neuromythes die veel docenten geloven

7 veelgehoorde neuromythes die veel docenten geloven

Gepubliceerd op: 21 januari 2015
Door: Britte Koppel

Er wordt veel onderzoek gedaan naar het brein. Met als resultaat dat er ook veel onzin over te lezen is. Maar wat geloven docenten en andere onderwijsmensen van al die hersenmythes? 

Een reden waarom er zo veel onware geruchten de ronde doen over ons brein en de manier waarop we leren is omdat er vaak verkeerde conclusies getrokken worden uit al die onderzoeken die er gedaan zijn. Ik kwam een artikel tegen met daarin de 7 meest gehoorde mythes die veel docenten en andere mensen in het onderwijs als waar beschouwen. Welke geloof jij?

Mythe 1: linker- en rechterhersenhelft lerenden
Uit onderzoek blijkt dat 70% van de docenten gelooft dat een leerling of vooral leert met zijn linkerhersenhelft óf met zijn rechterhersenhelft. Deze veelgehoorde mythe is ontkracht door bewijs uit meer dan 1000 fMRI hersenscans. In deze scans bleek uit niets dat mensen leren met maar één hersenhelft.

Leer meer over deze mythe.

Mythe 2: je gebruikt maar zo’n 10% van je brein
De helft van de ondervraagde docenten denkt dat je maar zo’n 10 procent van je hersencapaciteit gebruikt. Raad ‘ns: het is onzin! Toch is dit een behoorlijk hardnekkig gerucht. Waarschijnlijk omdat het een geruststellende gedachte is dat je 90% van je hersencapaciteit nog niet in gebruik hebt. De mythe wordt ook ‘gebruikt’ als verkooptruc om producten te verkopen waarmee je je hersenen kunt trainen. Ook paragnosten willen ons laten geloven dat zij een hoger percentage van hun hersencapaciteit gebruiken en hierdoor dingen kunnen (denk: lepels buigen) die anderen niet kunnen.

Lees meer feiten over deze mythe.

Mythe 3: suiker zorgt voor minder aandacht
De helft van de docenten denkt dat kinderen minder aandacht voor hen hebben als ze suikerrijke snacks of drankjes genomen hebben. Dit verhaal komt waarschijnlijk voort uit de onduidelijke link tussen suikerinname en ADHD. Dat die link bestaat is nog steeds niet officieel vastgesteld. Dat suiker slecht voor je is, overigens wel. Dus zoveel mogelijk vermijden blijft het advies!

Mythe 4: leren volgens leerstijlen
Er is al veel gezegd over de verschillende leerstijlen die er zijn. Onder andere op deze blog hebben we al eerder voorstanders en tegenstanders van de theorie aan het woord gehad. Uit onderzoek blijkt dat 90% van de docenten gelooft dat leerlingen beter leren als ze de stof aangeleerd krijgen volgens een leerstijl die het beste bij hem of haar pas: auditief, kinesthetisch of visueel. Maar er blijkt geen neurowetenschappelijk onderzoek te zijn die dit ondersteunt.

Mythe 5: het krimpende brein
Naar mijn mening is dit één van de meest bizarre neuromythes uit het onderzoek… Een kwart van de ondervraagde docenten schijnt te geloven dat het brein krimpt als men geen zes tot acht glazen water per dag drinkt.

Misschien raad je het al… Dit is onzin.

Mythe 6: sporten verbetert de communicatie tussen de twee hersenhelften
Ongeveer twee derde van de ondervraagde docenten gelooft dat sporten de verbindingen tussen de linker- en de rechterhersenhelft verbetert. Er is echter geen bewijs waaruit blijkt dat een explosieve training de informatieoverdracht tussen de hersenhelften verbetert.

Mythe 7: leren in een bepaalde periode van je leven
Een derde van de ondervraagde docenten gelooft dat er kritieke periodes zijn waarin bepaalde manieren van leren moeten plaatsvinden. Er zit een kern van waarheid in deze mythe, want kinderen zijn in bepaalde leeftijdscategorieën gevoeliger voor het aanleren van iets nieuws.

Maar, we kunnen ons hele leven nieuwe dingen blijven leren. Gelukkig maar!

Nog een paar andere neuromythes die docenten aangaven in het onderzoek:

  • Rijke omgevingen stimuleren kleuters: niet waar.
  • Regelmatig cafeïnehoudende drankjes drinken verlaagt de alertheid: nope!
  • Leerproblemen kunnen niet verbeteren door aandacht te geven aan studievaardigheden: niet waar!

Dr Paul Howard-Jones, auteur van de studie, zei: “Deze ideeën worden vaak verkocht aan leraren alsof ze gebaseerd zijn op neurowetenschappelijk onderzoek. Maar deze neuromythes worden simpelweg niet ondersteund door de moderne neurowetenschap.”

Ik denk dat er zeker ruimte is voor discussie als het over deze mythes gaat. Misschien ken jij uit ervaring een leerling die minder alert is nadat hij/zij veel suiker heeft gegeten. Of heb je een mooi voorbeeld van een leerling die wél heel veel baat heeft bij een kinesthetische leermethode. Gelukkig, want onderwijs blijft mensenwerk! Ik ben benieuwd naar jouw mening.

Foto: Kris Krug

Print Friendly, PDF & Email

Misschien vind je dit ook interessant

Handen schudden_oudergesprek_mentoraat_Tumult

Een oudergesprek, hoe pak je dat aan?

Met drie dochters thuis heb ik in m’n leven veel oudergesprekken gevoerd met docenten. De meeste ben ik allang weer vergeten, maar er zijn er een paar blijven hangen. Dat zijn de gesprekken waarin de docent persoonlijk contact maakte en me raakte door zijn of haar positieve houding en betrokkenheid. De gesprekken waarna ik met

Print Friendly, PDF & Email
Lees meer »

Mentoren in de schijnwerpers op eerste Nationale Mentorendag

Ede, 13 april 2023 In de Mauritskazerne in Ede werden ruim 200 mentoren van diverse middelbare scholen vandaag warm onthaald met een programma vol inspiratie, praktische tips en een positieve boodschap. “Mentor zijn is een mooie en belangrijke taak, je kunt echt het verschil maken voor leerlingen,” aldus Tumult-directeur Hans Wendel. “Dan is het wel

Print Friendly, PDF & Email
Lees meer »

Eén reactie

  1. Jellie de Roos 16 april 2016 om 20:36- Antwoorden

    Ik zou je willen aanraden de nieuwste wetenschappelijke neuropsychologische onderzoeksbewijzen te bestuderen van M. Sitskoorn… die halen veel zo niet alle punten van jouw visie onderuit!

Laat een reactie achter

Titel

Ga naar de bovenkant